Het jaar is 2017. We zijn in slechts de afgelopen tien à vijftien jaar al een heel stuk vooruit gegaan op het gebied van games. Toch komen er nog steeds veel games uit die gebruik maken van vaste save-punten: alleen op deze punten kan je jouw voortgang opslaan en wanneer je doodgaat, verlies je al je voortgang sinds het laatste save-punt.
Op zich een prima idee, aangezien deze insteek toch net wat meer uitdaging biedt dan wanneer je de mogelijkheid krijgt om voor elke en iedere kleine vijand je spel op te slaan. Toch blijft dit alleen leuk wanneer er genoeg van deze opslagpunten in de game te vinden zijn. Halfdood vijanden ontwijkend op zoek naar een plek waar je je spel op kan slaan, is niet een geweldige manier om een game te spelen: het neemt zelfs een deel van het plezier weg. Hetzelfde geldt voor de momenten waarop je zo snel mogelijk door een level heen moet rennen op zoek naar het volgende save-punt, omdat je bijvoorbeeld van huis weg moet en dus niet verder kan gamen.
De afgelopen tijd ben ik meerdere keren tegen dit probleem aangelopen, vooral in JRPGs zoals I Am Setsuna (Nintendo Switch) en Persona 5 (PlayStation 4). Vooral in de laatstgenoemde titel is het soms een drama, aangezien sommige vijanden over insta-kill aanvallen beschikken, waar je eigenlijk maar weinig tegen kan doen. Zo ben je, wanneer je geraakt wordt door zo’n aanval, in één keer dood; of je je spel nu net hebt opgeslagen of niet. Zo raak je gemakkelijk een halfuur, of in sommige gevallen zelfs een uur aan progressie kwijt. En dat is toch aardig wat verspilde tijd, zeker wanneer je het allemaal bij elkaar op gaat tellen.
GamerGIRL is dus benieuwd: wat vinden jullie hiervan? Zien jullie liever een autosave functie in games, of maakt het jullie niet zo veel uit? Of gaan jullie juist liever de uitdaging aan die de vaste opslagpunten met zich mee brengen? Laat het GamerGIRL weten door een reactie te plaatsen!